top of page

Beestig Borneo

Blij dat we na drie weken zon, zee en strand terug richting de natuur konden! Je zou zo'n strand maar eens beu worden. Daarom het vliegtuig op richting Borneo!

Om alle misverstanden uit de weg te halen, Borneo is géén land! Borneo is de naam van het derde-grootste eiland ter wereld (grootste van Azië) en is opgedeeld in drie landen: Indonesië (73%), Maleisië (26%) en Brunei (1%). Indonesië staat later nog op de planning, dus trokken wij naar het Maleisische gedeelte, meer specifiek, Sabah.

Starten deden we in Kota Kinabalu. Tweede grootste stad van Sabah en vooral bekend als uitvalsbasis voor de beklimming van Mount Kinabalu. Aangezien onze rugzakken enkel wat T-shirts en zwemshorten bevatten moesten we eerst op jacht naar wat warme kledij, aangezien het blijkbaar vrij koud kon worden boven op die berg. Een paar handschoenen, muts, fleece en buff later, voor de luttele €10 (gotta love Asia), waren we er helemaal klaar voor.

De eerste dag stond een klim van een zestal uur op het programma, tot aan het basiskamp op een 3.100m hoogte. Door wat hoofdpijn en misselijkheid van de hoogte, was vooral de laatste kilometer er eentje waar we meter per meter aftelden. Alles wat zich op de berg bevindt, is tot daar gedragen trouwens. Van eten tot bouwmaterialen, alles wordt naar boven gesleurd, een niet te benijden taak. Zo wandelde ons bijvoorbeeld doodleuk iemand met een metalen bureautafel op zijn rug voorbij. Respect.

Een warm bed doet echter wonderen en dus stonden we om 3u `s nachts terug paraat om de laatste hoogtemeters te overwinnen en op de top te staan voor zonsopgang.

Drie uur klimmen later, op 4.095m hoogte, werden we beloond met een prachtig uitzicht vanop de hoogste berg van Zuid-Oost Azië. Topervaring!

De dag erop trokken we naar de Sabah theeplantages. Blijkbaar de grootste theeproducent van Maleisië, althans volgens onze fiere lokale gids. Twee dagen de benen laten rusten tussen de groene velden! Ooit werd er nog naar het buitenland geëxporteerd, maar sinds het merk inzette op hun biologisch karakter (geen insecticides), werd het zo populair in eigen land dat export niet meer mogelijk is. Blijkbaar zien te weinig Maleisische jongeren het zitten om zich aan het harde labeur op de tropische plantages te wagen.

Na twee dagen met zéér stijve spieren te hebben rondgepikkeld, stonden we aan de hoofdweg te wachten op onze bus naar de volgende bestemming, toen een automobilist ons onverwacht een lift aanbood. Maleisische gastvrijheid ten top en dus stonden we vier uur later een pak sneller dan verwacht in Sandakan. Van hieruit vetrokken we dag erop voor een driedaagse jungletocht, op zoek naar de fauna en flora waar Borneo zo bekend om staat.

Verblijven deden we in bungalow-achtige paalwoningen midden in de jungle, van waaruit we tweemaal per dag de rivier opgingen, op zoek naar leven langs de oever: makaak-aapjes, neusapen, vogels en vooral...oerang-oetangs. 's Avonds stond er tevens telkens een nachtwandeling door de jungle gepland, ideaal voor het spotten van spinnen, zeldzame vogeltjes en bloedzuigers...

Voor het echte werk, de oerang-oetang moesten we echter wachten tot de laatste tocht op de rivier op dag 3. Na de hoop al te hebben opgegeven stond onze gids achteraan de boot plots te springen van vreugde toen hij er eentje naast oever hoog in de bomen zag zitten, vergezeld van nog drie meer iets verder tussen de bomen. Prachtige dieren!

Na nog een bezoekje aan het oerang-oetang opvangcentrum in het nabijgelegen dorp, konden we met een goed gevoel richting Japan trekken.

Cheers,

Maud & Sven


You Might Also Like:
bottom of page