top of page

Bijzondere Burmezen

Ming-gala-ba!

Wanneer we mensen vertelden dat we naar Myanmar gingen, kregen we meestal een van drie verschillende reacties (of alledrie tegelijk):

  1. Fantastisch!

  2. Is dat land wel veilig?

  3. Hoe zit het daar met heel die Rohingya toestand en steunen jullie de regering niet door daar naartoe te reizen?

Wij vonden Myanmar absoluut een van de hoogtepunten van onze trip. Veiligheid is hier absoluut geen issue, aangezien de probleemzone zich in een heel afgelegen gebied op de grens met Bangladesh bevindt, wat sowieso niet toegankelijk is voor toeristen. Verder is elke vorm van agressie niet gericht tegen toeristen, aangezien iedereen het er over eens is dat toeristen een positieve impact hebben op het welzijn van iedereen binnen Myanmar. Het zou een leugen zijn te zeggen dat we de overheid en de rijke families die het land regeren (en dus ook verantwoordelijk zijn voor de problemen op de grens) niet steunen op een of andere manier. Helaas gaat er immers van elke Kyat (lokale munt) een stukje naar hen. Grote hotels, tankstations etc zijn immers allemaal in hun handen en elke lokale handelaar moet maandelijks wat aan hen afgeven. Anderzijds hebben we met eigen ogen gezien hoe de arme Burmees op straat afhankelijk is van de paar toeristen die door zijn dorpje passeren. Door de hele toestand is toerisme met meer dan 50% gedaald t.o.v. vorig jaar. Dit betekent dat een Burmees die probeert te overleven door bagage van toeristen van de boot te laden zijn inkomen ziet halveren. Hetzelfde geldt voor de kleine hotelletjes die gerunt worden door lokale families of de tuk-tuk chauffeurs.

Na alle drieduizend tempels van Bagan te hebben bezocht, zetten we onze trip verder per nachtbus, met als bestemming Inle Lake. Na heel de nacht als een roosje geslapen te hebben, kwamen we om 5u `s ochtends aan in Nyaung Shwe, een grote stad aan de rand van het meer. Voor de eerste keer in drie maanden werden we geconfronteerd met een temperatuur onder de 15 graden, dus tegen de tijd dat een van de lokale tuk-tuks ons aan ons hotel had afgezet, lieten de eerste tekenen van onderkoeling zich zien.

Het meer op zich is weinig bijzonder, ware het niet dat alle dorpen die zich er rond bevinden gebouwd zijn op het water. Dit mag je vrij letterlijk nemen, want niet enkel de huizen staan op palen op het water, ook gigantische velden aan groenten worden in drijvende tuinen op het water geteeld, restaurants en hotels tot drie verdiepingen hoog torenen boven het wateroppervlak uit en vervoer tussen deze dorpen gebeurt bijna uitsluitend met de typische longtail-boot.

Op onze eerste dag verkenden we per fiets de rand van het meer, wat ons een eerste inkijk gaf in de vooroorlogse leefomstandigheden van de lokale bevolking. Denk aan os en kar en houten hutjes met golfplaten daken. Het minimum maandloon in Myanmar bedraagt slechts 40 EUR en dat is dan nog voor de mensen die uberhaupt werk hebben. Veel mensen zijn puur afhankelijk van de verkoop van hun geteelde groentjes, of hun bescheiden winkelstandje langs de kant van de weg.

De dag erop hadden we één van de longtails voor onszelf om de verschillende facetten van het meer te ontdekken. Na opgepikt te worden aan ons hotel waren de typische Inle-vissers de eerste bijzonderheid op onze weg. Rechtstaand op één been gebruiken ze hun andere been om hun peddel te bewegen, zodat ze beide handen vrij hebben om hun visnet binnen te halen. Gekke jongens.

Volgende stop op de route werd de wekelijkse markt in een van de dorpjes aan de rand van het meer. Aangezien deze slechts 1x per week passeert en er verder weinig tot geen supermarkten in de omgeving zijn, is dit dé moment voor de locals om hun inkopen te doen. Het aanbod is dan ook heel uiteenlopend en gaat van groenten en fruit, vlees, vis, brood en alle soorten kruiden tot een apotheek, benzine, bouwmaterialen, schrijfgerief etc. Voor ons vooral een leuke ervaring om een uur verloren te lopen in een mengelmoes van smalle steegjes, geuren, taferelen en op te gaan in de massa.

Na een korte lunch ging de tocht verder langs de levendige Phaung Daw Oo pagode, de Shwe Inn Dein tempelcomplex met zijn 1054 stupa`s en het `Jumping Cat` klooster om vervolgens diagonaal het meer over te steken richting hotel. Topdag!

De dag erop ging het met opnieuw de nachtbus richting Yangon, de grootste stad van Myanmar. Stad van tegengestelden. Enerzijds grote koloniale gebouwen, helaas helemaal vervallen na een vijftigtal jaar zonder investeringen. Anderzijds moderne flashy GSM winkels die her en der opkomen.

Een van de hoogtepunten op onze driedaagse ontdekkingstocht hier, was zonder twijfel de Shwedagon Pagoda. De belangrijkste boeddhistische tempel van Myanmar en voor de meeste Burmezen een must om van tijd tot tijd te passeren. Hier zou zowaar de staf, waterfilter, een stukje van de mantel én acht haarlokken van de echte Boeddha opgeborgen liggen.

Op onze laatste dag tenslotte namen we de lokale trein om gedurende drie uur een rit langs de buitenrand van de stad te maken. Geen toeristen op deze gammele trein, dus we hadden als gekke buitenlanders serieus wat bekijks. Het gaf ons echter een mooie inkijk in het leven van de normale Burmees.

De gastvrijheid van de Burmezen zal ons steeds bijblijven. Steeds oprecht vriendelijk, bescheiden en niets is te veel gevraagd. Prachtig land, prachtige mensen, prachtige herinneringen.

Maud & Sven


You Might Also Like:
bottom of page